Om aan de praktijkexamens te mogen deelnemen dient de kandidaat geslaagd te zijn voor het theorie-examen. Dit theorie-examen is 18 maanden geldig, de kandidaat heeft dus 2 seizoenen de kans om het CWO diploma te behalen. Om dan weer aan een praktijkexamen te mogen deelnemen moet opnieuw een theorie- examen worden afgelegd.

De praktijkexamens worden in principe afgenomen op het thuiswater van de kandidaten, dus de Oosterlandsegroepen op Oosterland, Visserijgroepen op de Visserij, groepen van boven de waterweg op de Foppenplas, Oostelijke groepen op het Waaltje of Binnenmaas. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken.
Ook zal er zoveel mogelijk in eigen boten worden gevaren. Echter als dit praktisch niet haalbaar is kan dit ter plaatse anders beslist worden.

De KBIII examens worden alleen gevaren bij een windkracht van 3 tot 6 bft. Zijn de voorspellingen voor de betreffende examendag 6 bft dan gaat het examen niet door en verschuift het naar 1 week later. Dit geld ook als onweer wordt voorspeld of een weeralarm wordt afgegeven. Het KNMI (www.knmi.nl) wordt als referentie gebruikt.

Het KBIII examen wordt afgenomen in een standaard lelievlet, welke beschikbaar wordt gesteld door de groep van de examenkandidaat(en). De vlet dient te voldoen aan de eisen van de NTC. Is dit niet het geval dan dient dit zsm in orde gemaakt te worden. De vlet dient voorzien te zijn van vlonders, doften, roer, standaard zeiltuig, 4 riemen en dollen, 1 wrikriem, anker plus voldoende ankerlijn, hoosvat, man-over-boord dummy en 1 reddingsvest per kandidaat.
Een KBIII praktijkexamen duurt ca ¾ -1 uur per kandidaat. Per vlet worden 2-3 kandidaten geëxamineerd.

De BBII examens worden afgenomen in een lelievlet of ander groepseigen kleinvaartuig voorzien van een buitenboordmotor. Deze dient op een juiste en veilige manier gemonteerd te zijn en moet geschikt zijn voor het boottype (bv een 25 pk bbm is niet geschikt voor een vlet)

RBII examens worden afgenomen in een lelievlet, minimaal voorzien van vlonders, doften, 4 riemen en dollen, 1 wrikriem, roer, anker met voldoende ankerlijn, hoosvat, reddingsvest per kandidaat. Indien er te weinig kandidaten zijn om voldoende roeiers te hebben (minimaal 4) dient de groep van de kandidaat voldoende geoefende roeiers ter beschikkingen te stellen.

MBII examens worden afgelegd op het door de groep ter beschikking gestelde motorschip. Dit schip dient te voldoen aan de van toepassing zijnde wettelijke eisen. Bij de gestelde aanvangstijd van examen dienen de vletten/motorboten geheel opgetuigd klaar te liggen voor het betreffende examen.